Zelfs als ik erg overstuur ben, kan ik toch woorden vinden om uit te drukken wat ik voel.

Ik merk dat ik vaak dingen doe zonder er aandacht aan te besteden.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, kan ik ze opmerken zonder iets met ze te doen.

Ik voer taken automatisch uit zonder me er echt bewust van te zijn.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, merk ik ze op en laat ik ze los.

Ik bekritiseer mezelf voor het hebben van irrationele of ongepaste emoties.

Ik zeg tegen mezelf dat ik me niet zo zou moeten voelen als ik me voel.

Ik observeer de visuele kenmerken van kunst of natuur, zoals kleuren, vormen, structuren of patronen van licht en schaduw.

Wanneer ik dingen doe, dwaalt mijn geest af en raak ik snel afgeleid.

Wanneer ik douche of in bad ga, ben ik alert op de sensaties van het water op mijn lichaam.

Wanneer ik een lichamelijke sensatie ervaar, vind ik het moeilijk om deze te beschrijven.

Mijn natuurlijke neiging is om mijn ervaringen in woorden uit te drukken.

Ik observeer mijn gevoelens en emoties zonder erdoor meegesleept te worden.

Ik vind het lastig om mijn gevoelens onder woorden te brengen.

Ik let niet op wat ik doe omdat ik aan het dagdromen, piekeren of op een andere manier afgeleid ben.

Het voelt alsof ik op de automatische piloot sta zonder me echt bewust te zijn van wat ik doe.

Ik geloof dat sommige van mijn gedachten abnormaal of slecht zijn en dat ik ze niet zou moeten hebben.

Ik vertel mezelf dat ik niet op een bepaalde manier zou moeten denken.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, voel ik me snel weer rustig.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, kan ik ze opmerken zonder erin mee te gaan.

Ik merk hoe eten en drinken mijn gedachten, lichamelijke sensaties en emoties beïnvloeden.

Ik vind het moeilijk om me te concentreren op wat er op dit moment gebeurt.

Ik denk dat sommige van mijn emoties slecht of ongepast zijn en dat ik ze niet zou moeten voelen.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, kan ik even pauzeren voordat ik reageer.

Ik let op fysieke sensaties, zoals de wind in mijn haar of de zon op mijn gezicht.

Ik ben snel afgeleid.

Wanneer ik loop, merk ik bewust de sensaties op van mijn lichaam dat beweegt.

Ik ben me bewust van hoe mijn emoties mijn gedachten en gedrag beïnvloeden.

Ik maak oordelen over of mijn gedachten goed of slecht zijn.

Ik heb moeite om de juiste woorden te vinden om te beschrijven wat ik denk.

Ik doe activiteiten gehaast zonder er echt aandacht aan te besteden.

Wanneer ik onlogische gedachten heb, keur ik mezelf af.

Ik let op geluiden, zoals het tikken van een klok, het fluiten van vogels of voorbijrijdend verkeer.

Ik ben goed in het vinden van woorden om mijn gevoelens te beschrijven.

Ik merk geuren en aroma’s op.

Ik kan meestal in detail beschrijven hoe ik me op dit moment voel.

Wanneer ik verontrustende gedachten of beelden heb, beoordeel ik mezelf als goed of slecht, afhankelijk van waar de gedachte over gaat.

Zelfs in moeilijke situaties kan ik een moment van pauze nemen voordat ik reageer.

Ik kan mijn overtuigingen, meningen en verwachtingen makkelijk onder woorden brengen.